Menu

Staan jouw gedachten ook nooit stil? (serie hooggevoeligheid)

Word je ook wel eens moe van je eigen gedachten? Ik wel.

Ik word soms zo moe van mijn drukke hoofd. Ik weet nog wanneer ik dat voor het eerst hardop uit sprak. En daarna vroeg ik aan de ander: ‘Heb jij dat ook wel eens?’ In de veronderstelling dat de ander zou zeggen: Ja, joh, wie niet, zei hij: ‘Nee, dat heb ik eigenlijk nooit. Wat bedoel je eigenlijk?’ Tja, dat kon ik weer niet kort uitleggen, want van het ene verhaal kwam het andere verhaal en voor ik het wist, was er alweer een kwartier verstreken. Maar dat was dan wel weer  een goed voorbeeld van mijn drukke hoofd.

Het gaat echt vanzelf. Een oud-leerling omschreef het als volgt. Ze kwam op school in de ochtend en zag dat er een roosterwijziging was bij gym: buiten les in plaats van binnen. Waar de hele klas juichte dacht zij alleen maar: O, nee, dan heb ik een probleem. Ik heb net mijn binnenschoenen mee en die gebruik ik ook voor volleybal. De schoenen worden natuurlijk vies door het gras en dan heb ik weer een probleem vanavond bij volleybal. En als het gras vochtig is, zul je zien dat ik weer uitglijd en van die vieze groene plekken op mijn schoenen en kleren krijg. Dat zijn zulke moeilijke vlekken om schoon te krijgen. En vandaag heb ik net een korte broek en een kort shirt bij me en ik heb het altijd al zo snel koud. Zul je zien dat ik ziek wordt en dat ik van het weekend niet naar het feestje kan waar ik zo graag heen wil. Alle (ramp)scenario’s gingen door haar hoofd. Maar toch deed ze net alsof ze het leuk vond, want alle andere kinderen vonden het ook leuk en ze wil niet de zeurpiet zijn. Bovendien vond ze de leerkracht ook erg aardig en daar wilde ze ook niet tegenaan zeuren en zeker niet teleur stellen. Die leerkracht is één van de weinigen leerkrachten die ze aardig vindt en er zijn al genoeg klasgenoten die niet naar hem luisteren en waar hij het moeilijk mee heeft. Al die gedachten gingen in sneltreinvaart door haar hoofd, onrust bouwde zich op in haar lichaam en het liefst meldde ze zich ziek. Terwijl de rest van de klas alleen nog maar juichte en genoot van het vooruitzicht om buiten te kunnen gymmen.

Denken gaat sowieso sneller dan het uitspreken van woorden. Als je met mij in gesprek gaat dan lijkt het alsof ik voortdurend van de hak op de tak spring, terwijl het voor mij allemaal heel logisch en duidelijk is. Als ik terugkom van een middagje winkelen en de vraag krijg hoe het was kan ik antwoorden dat het druk was en dat ik het idee heb dat de economie weer aantrekt. Gevolgd door de vraag: ‘Wanneer ben je van plan om de kapstop te maken?’  Vragende ogen kijken me dan aan. Hoe kom ik nu ineens van de stad naar de kapstok. Heel simpel: druk in de stad – veel mensen winkelen – veel kinderen nieuwe kleren – dochter heeft nieuwe winterjas nodig – die winterjas van jou is ook kapot – blijven haken aan de kapstok die kapot is. En dan: o ja, je zou die kapstok toch maken, wanneer was je dat nu van plan om te doen. Voor mij heel logisch, want ik heb al die tussenstappen in mijn hoofd gemaakt.

Ik weet niet beter dan dat ik altijd aan het denken ben. Mijn gedachten zijn altijd bezig.
Ik associeer, ik goochel met cijfers en ik bedenk allerlei scenario’s  over wat er allemaal wel of juist niet zou kunnen gebeuren in bepaalde situaties. Vaak rampscenario’s die ik dan weer voor wil zijn, zodat ik alweer aan het bedenken ben wat ik er tegen kan doen. En natuurlijk gaat er ook nog door mijn hoofd wat anderen er dan wel niet van zouden kunnen denken en wat ik daar weer tegen kan doen, want ik wil natuurlijk wel iedereen tevreden stellen.

Tja, mijn hoofd is altijd bezig en daardoor sneller vol dan bij anderen. En dat weet ik van mezelf. En daarom houd ik mijn spreekwoordelijke emmer zo leeg mogelijk. Want als mijn emmer vol is, dan is er maar één kleine waterdruppel nodig om over te lopen zoals een foute opmerking, een jas die niet aan de kapstok hangt, de melk die op is en waar ik nou net zin in heb of een boek wat ik niet kan vinden.

Staan jouw gedachten ook nooit stil?

Heb jij ook zo’n vol hoofd met vele gedachten die alle kanten opvliegen en die er voor zorgen dat je soms moe wordt van jezelf. Probeer voor jezelf oplossingen te bedenken om je hoofd weer leeg te maken. Dat kan van alles zijn en is persoonlijk. Bedenk je eigen strategie. Maar pas op! Het moet geen OVERLEVINGsstrategie zijn. Het moet een manier zijn die bij jou past en voor jou werkt. Daarbij maakt het niet uit wat een ander ervan vindt. Jij hebt niemand anders nodig om je goed te voelen. Je moet vooral jezelf ‘liken’.