Zij ziet… Ik zie … (serie opvoeden)
- Zij ziet een agressief kind. Ik zie een kind dat stoom af moet blazen.
- Zij ziet een kind dat snel huilt. Ik zie een kind dat snel overweldigd is.
- Zij ziet een kind dat niets durft. Ik zie een kind dat de kat uit de boom kijkt.
- Zij ziet een hyperactief kind. Ik zie een kind dat zijn energie kwijt moet.
- Zij ziet een kind dat zich niet kan concentreren. Ik zie een kind met een grote innerlijke belevingswereld.
- Zij ziet een lastpak op school. Ik zie een kind dat geen vertrouwen krijgt van zijn leerkracht.
- Zij ziet een ontwikkelingsachterstand. Ik zie een onderpresteerder.
- Zij ziet een kind met stemmingswisselingen. Ik zie een kind dat sferen aanvoelt.
- Zij ziet een kind dat aan zijn ouders hangt. Ik zie een kind dat zich onveilig voelt en zich vastklampt aan de mensen waar hij zich wel veilig bij voelt.
- Zij ziet een kind dat veel verzuimt. Ik zie een kind dat tijd nodig heeft om bij te komen.
- Zij ziet een kind dat niet luistert. Ik zie een kind dat snel is afgeleid en steeds nieuwe dingen ontdekt.
- Zij ziet een kind met kenmerken van autisme. Ik zie een kind dat behoefte heeft aan controle, omdat zijn hoofd anders te vol wordt.
- Zij ziet een partypooper. Ik zie een kind dat teveel prikkels oppakt en verstandig thuis blijft.
- Zij ziet een kind dat geen beslissingen kan nemen. Ik zie een kind dat alles goed afweegt.
- Zij ziet een kind dat niet vriendelijk is tegen bepaalde mensen. Ik zie een kind dat door de het masker van mensen kan kijken.
- Zij ziet een kind dat snel gekwetst is. Ik zie een kind dat diep in zijn hart wordt geraakt.
- Zij ziet een kind dat moeilijk dat als hij moet slapen. Ik zie een kind dat vol met vragen zit of die zich zorgen maakt over wat er die dag is gebeurd.
- Zij ziet een kind dat koppig is. Ik zie een kind dat een vol hoofd heeft en er niet tegen kan als dingen anders gaan dan hij heeft gepland (dat maakt zijn hoofd nog rommeliger).
Zij kijkt naar het gedrag.
Ik kijk naar de boodschap.