Vermijd vage opmerkingen (serie opvoeden)
Niet doen.’
‘Doe eens normaal.’
‘Je eet teveel koekjes.’
Herkenbaar? Je denkt waarschijnlijk dat je duidelijk bent tegen je kind, maar is dat ook zo. Je opmerking is vaag en voor je kind niet duidelijk.
Stel:
Je kind voetbalt in de kamer. Hij heeft zijn voetbalschoenen aan en trapt tegen het raam. Jij zegt: ‘Niet doen.’ Je kind gaat door met voetballen. Jij wordt boos en zegt: ‘Ik zei toch dat je het niet mag doen.’ Je kind zegt: ‘Ik trap nu toch niet tegen het raam aan.’
Wees duidelijk tegen je kind. Wat mag je kind niet doen ? Mag hij niet voetballen in de kamer? Mag hij niet met voetbalschoenen aan in de kamer? Mag hij de bal niet tegen het raam schoppen? Omdat je niet duidelijk was, dacht je kind dat hij niet meer met de bal tegen het raam mocht trappen. Dat deed hij ook niet meer. Onduidelijke vage begrippen zorgen voor miscommunicatie en irritatie.